.

.

Waarom creativiteitstechnieken?

Ons denken heeft de neiging vaste patronen te volgen. We herkennen dit vaak bij onszelf en anderen wanneer we een bepaald ontwikkeling of een verschijnsel in een hokje willen plaatsen. Echter wat gebeurt er als de hokjes niet meer aansluiten bij de werkelijkheid? Dan gaan we kansen missen. Stel: er komen een aantal kritische opmerkingen rond een product of dienst in een organisatie. We plaatsen het in het hokje klachten en missen de kans van een nieuwe behoefte die erachter schuilgaat.
Creativiteitstechnieken helpen ons om nieuwe denkwegen te verkennen.


Inleiding

Ik heb mijn individuele verslag gemaakt in de vorm van een blog. Op deze blog staan verschillende creativiteitstechnieken beschreven. Er staat hier beschreven wat het cps-model inhoudt, wat divergeren is en wat convergeren is. Ook zijn er icebreakers te vinden en heb ik mijn evaluatie hier gepost. Veel leesplezier en ik hoop dat het leerzaam is!



Persoonlijke evaluatie

Danny van Amstel - Gouda - Hogeschool InHolland Rotterdam - 538633 - JTH Zuid-Holland


Mijn creativiteit voordat ik aan deze cursus begon was best goed, dacht ik. Dat bleek tegen te vallen. Ik heb geleerd dat er zo veel manieren zijn om je creativiteit tot leven te laten komen, maar ook dat je je creativiteit wel degelijk kan trainen. Ik was er altijd van overtuigd dat het in je zat, of niet, dat je er aanleg voor moest hebben. Ik denk nog steeds wel dat als het in je zit, je uiteindelijk nog steeds creatiever bent dan iemand die het niet in zich heeft, maar ook degenen die het niet in zich hebben kunnen wel degelijk door training hun creatieve geest tot leven laten komen.

In het begin moest ik wel even wennen aan de lessen creatieve vaardigheden, ik vond het maar raar en apart wat we allemaal moesten doen. Maar na een tijdje had ik wel door dat het echt wel zin had wat we aan het doen waren. Ik heb er thuis ook veel over na gedacht. Ik vond het ook leuk om zelf aan de slag te gaan met mijn creativiteit. Ik was er altijd van overtuigd dat ik redelijk creatief was. Ik heb namelijk 10 jaar een theateropleiding gedaan naast school en ik schrijf zelf toneelstukken. Maar toch is dit iets heel anders dan creatieve oplossingen voor een probleem bedenken.

Ook vond ik de manier van presenteren erg leuk. Daar kon je inderdaad echt je creativiteit in kwijt. Ik denk dat ik het met name zo leuk vond omdat het eigenlijk een soort toneelstuk was wat je op voerde, dat is helemaal mijn ding. Ik vond het ook ontzettend leuk om de andere presentaties mee te maken en om te kijken hoe zij het allemaal deden. Er zaten veel leuke dingen tussen, je leert elkaar op zo'n dag ook beter kennen. Onze eigen presentatie ging ook erg goed. Wij hadden als maatschappelijk probleem dat kinderen steeds ouder lijken. Dit komt door make-up, kleding en gedrag. We hadden het verhaal gebaseerd op een jong meisje die al top model is, maar hierdoor geen tijd meer heeft om nog 'kind' te zijn. Samen met de klas hebben wij naar oplossingen voor dit probleem gezocht. Mijn rol in de presentatie was begeleider van een groepje zijn. We hadden de klas in 3 groepen verdeeld. Zij moesten de ijsbreker uitvoeren, deze was: 'bouw een zo hoog mogelijke toren met spekjes en ongekookte spaghetti', en vervolgens oplossingen bedenken voor ons probleem.

Wat ik erg jammer vond was dat de andere leden uit mijn groepje niet meer mochten deelnemen aan deze cursus. Dat was hun eigen schuld, maar uiteindelijk zat ik met een probleem, ik was namelijk alleen over. Ik ben toen mee gaan doen met een andere groep, namelijk AV3. Dit ging op zich prima, alleen het was erg lastig dat zij al een groep vormden, namelijk ook met NEWb, zij hadden dus veel contact met elkaar, waar ik niet bij was. Ik moest er steeds achteraan gaan wat mij veel tijd gekost heeft, dit alleen maar omdat mijn groepje niet door mocht met deze module. Verder hoop ik in de komende jaren mijn creativiteit nog verder te ontwikkelen tot een hoger niveau.
     

5 icebreakers

1.  Landkaart


Teken een landkaart op de grond. Vraag de deelnemers te gaan staan daar waar ze geboren zijn. Laat een paar wat vertellen over de plaats waar ze staan. Laat ze vervolgens gaan staan op de plaats waar ze gestudeerd hebben of vanochtend vandaan zijn gekomen.








2.  Spekjes toren

Probeer met je groep een zo hoog mogelijke toren te bouwen van spekjes en ongekookte spaghetti. 1 iemand is de leider, maar deze leider mag niet meebouwen, alleen aanwijzingen geven.








3. Mensenbingo

Maak een bingokaart door een 5 bij 5 matrix te tekenen. Schrijf in alle vakjes een vraag, bijvoorbeeld 'de oudste thuis' of 'hond als huisdier'. De deelnemers gaan op zoek naar handtekeningen van andere deelnemers die voldoen aan deze vraag. Je kan als regel toevoegen dat iedereen maximaal 2 handtekeningen op een kaart mag zetten. Degene die de kaart het eerste vol heeft roept BINGO en heeft gewonnen.






4. Levende knoop



Sta als groep kris kras door elkaar. Steek 1 hand omhoog en pak die van een andere deelnemer. Steek vervolgens de andere hand omhoog en zoek een hand van een andere deelnemer. Kom vervolgens uit de knoop zonder los te laten.



5. Ik heb nog nooit ..

Om de beurt moet iemand iets zeggen wat hij of zij nog nooit heeft gedaan. Als voorbeeld: ''Ik heb nog nooit gekampeerd.'' Degenen in de klas die dit wel hebben gedaan, steken hun hand op. En zo ga je iedereen langs.

Visualisatie




















De afbeelding laat verschillende dingen zien:
  • Listen to you're heart, de zin zegt het al, laat tijdens een creatieve sessie je gevoel spreken en kan je tot zeer leuke, grappige en originele ideeën komen.e
  • De doos, de doos staat voor out-of-the-box thinking. Dat is een van de belangrijkste dingen van creatief denken. Blijf niet binnen je comfort zone, maar treed daarbuiten, zo kom je op veel creatievere en originele ideeën. 
  • Uit de doos vliegen vogels, de vogels staan voor het in de vrije loop laten van je ideeën en gedachten. Durf anders te denken en je creatieve geest los te laten.
  • Het pad, als ik buiten loop doe ik zoveel inspiratie op, door vormen, geuren, kleuren etc. Ik kan uren buiten zitten en rondlopen en me heerlijk vermaken door alles wat ik om me heen zie. 

COCD-Box (oplossing)

COCD-box (convergerende fase)

Het clusteren is de eerste stap in de convergentiefase. De matrix zorgt ervoor dat de doorbraak-ideeën en de toekomst ideeën bij de convergentiefase niet over het hoofd gezien worden wegens te nieuw of te vooruitstrevend. De clustering in deze matrix verplicht de gebruiker om ook de gele en rode ideeën uit te werken en mee te nemen in het eindrapport.
Met clusteren is het grote aantal ideeën uit de divergentiefase terug te brengen naar een beheersbaar aantal ideeën. Het is een manier om structuur, reliëf en kleur in uw ideeënchaos aan te brengen.


De ideeën uit de divergerende fasen clusteren en omvormen/samenvoegen tot nieuwe ideeën
1. Wenteltrappen met hoge treden en springplanken.
2. Fastfood een onaantrekkelijk uiterlijk geven.
3. Een beveiliger voor de deur bij fastfoodrestaurants om je BMI te berekenen of je naar binnen mag.
4. Een loopband in tegengestelde richting in de supermarkt. Zo moet je blijven lopen als je slecht eten wil pakken.
5. Bij de sportschool wordt er meteen een personal trainer aan je gekoppeld. Zodat je altijd iemand hebt om mee te sporten en zodat je wordt gemotiveerd. 
6. Sportschoenen die zeggen wat je moet doen, doe je dit niet dan krijg je schokken.

Linksboven wit: de niet realiseerbare ideeën

Sportschoenen die zeggen wat je moet doen, doe je dit niet dan krijg je schokken.

Rechtsboven geel: de niet realiseerbare ideeën maar wel sublieme ideeën
Een loopband in tegengestelde richting in de supermarkt. Zo moet je blijven lopen als je slecht eten wil pakken.

Linksonder blauw: de gewone realiseerbare ideeën
Een beveiliger voor de deur bij fastfoodrestaurants om je BMI te berekenen of je naar binnen mag.

Bij de sportschool wordt er meteen een personal trainer aan je gekoppeld. Zodat je altijd iemand hebt om mee te sporten en zodat je wordt gemotiveerd.

Rechtsonder rood: de realiseerbare originele ideeën

Wenteltrappen met hoge treden en springplanken.

Fastfood een onaantrekkelijk uiterlijk geven.






























De Superheld (oplossing)

De superheld (divergerende fase)




1. Startformulering
'Hoe kun je ervoor zorgen dat overgewicht afneemt?'

2. Neem een held of heldin in gedachten
Ik heb gekozen voor MR. Fantastic. MR. Fantastic maakt deel uit van de Fantastic Four.

3. Maak de held of heldin levend. Welke eigenschappen kun je hem of haar toeschrijven?

Menselijk elastiek
Hij kan zijn lichaam ver en breed uitstrekken
Hij kan zweven en stuiteren
Hij kan door kleine gaatjes kruipen
Hij is zeer intelligent
Hij beschikt over een groot uithoudingsvermogen
Hij is erg sterk

4. Hoe zou de held of heldin jou probleem aanpakken
Doordat MR. Fantastic over zoveel verschillende eigenschappen beschikt is hij breed inzetbaar. MR. Fantastic is erg sportief, hij zou zijn kwaliteiten in kunnen zetten om anderen te helpen Hij kan ook door kleine gaatjes kruipen, waardoor hij huizen binnen kan komen, hier kan hij in de gaten houden wat mensen eten. Ook zou hij bij fastfoodrestaurants mensen met overgewicht kunnen tegen houden. Omdat hij zijn lichaam ver kan uitstrekken kan hij meerdere mensen tegelijk helpen. Hij heeft een groot uithoudingsvermogen, dus hij kan met meerdere mensen per dag gaan sporten als een personal trainer. 

5. Resocieer, vertaal de suggesties naar concrete oplossingen voor het probleem
1) Springschoenen, waardoor je de hele dag moet springen. Goed voor calorieverbranding. 
2) Slecht eten stuitert van je vork af wanneer je BMI hoger is dan 25. Intelligent eten dus.
3) Intelligente sportschoenen, ze stoppen niet eerder dan dat je een bepaald aantal calorieën verbrand hebt. 
4) Een BMI meter voor een fastfoodrestaurant, de poortjes gaan pas open als je BMI lager is dan 25. 
5) Smallere deuren bij fastfoodrestaurants, zodat alleen dunne mensen naar binnen kunnen. 
6) Voor dat je bij de snoepafdeling komt in de supermarkt moet je een hindernisbaan over. 





Directe analogie (oplossing)

Direct analogie (divergerende fase)



1. Startformulering
'Hoe kun je ervoor zorgen dat overgewicht afneemt?'

2. Concrete en cruciale term kiezen uit de startformulering als ‘onderwerp’
Overgewicht

3. Kies een analogon (gekozen voor )
Ik heb gekozen voor het analogon: varken.

4. Resocieren vertrekkend vanuit de analogiebasis
Bij de techniek analogie laat je je inspireren door een thema (analoog). Deze hoeven in eerste instantie niets met de probleemdefinitie te maken te hebben. Door vervolgens overeenkomsten te zoeken tussen beide onderwerpen, kom ik mogelijk op nieuwe ideeën.

5. Wat is specifiek voor dit analogon? Schrijf de eigenschappen op
Een varken is roze.
Een varken heeft een krulstaart.
Een varken knort.
Een varken heeft een platte neus met 2 gaten.
Een varken heeft punt oren.
Een varken rolt door de modder.
Een varken is een kuddedier.
Een varken wil graag rondlopen, wroeten en rollen.
Een varken wordt ook gegeten.

6.
1) Een varken heeft een krulstaart, als alle trappen wenteltrappen worden, moet er meer gelopen worden voordat je boven bent.
2) Mensen hebben meer motivatie om door te gaan als zij dit in groepsverband doen, met name qua sporten.
3) Modder is goed voor de huid, waardoor je lekkerder in je vel gaat zitten, sporten en gezonder eten is hierdoor makkelijker.
4) Als je salade, sperziebonen, broccoli etc. roze maakt, ziet het er aantrekkelijker uit om te eten.
5) Als je op handen en voeten loopt verbrand je meer je meer calorieën.
6) Een varkensneus gebruiken voor liposuctie, er zitten namelijk 2 gaten in deze neus, dit gaat dus 2x zo snel.
7) Een varken als huisdier nemen, die knort de hele dag door, zo hoor je je eigen maag niet meer knorren. Ook herinnert dit je eraan dat je niet zo dik wilt worden.
8) Mee doen aan Miss Piggy's Snackcercise
9) Het geknor van een varken als deurbel, zo word je er steeds aan herinnerd.






Het probleem


Voor het volgende probleem ga ik oplossingen bedenken door middel van 3 verschillende creativiteitstechnieken:

Het probleem/de probleemstelling: Er komen steeds meer mensen met overgewicht.
Startformulering: 'Hoe kun je ervoor zorgen dat overgewicht afneemt?'

Deze vraag zal centraal staan tijdens het uitwerken van de 3 creativiteitstechnieken.
Deze technieken zullen zijn:
Directe analogie
De superheld
De COCD-box

Something good

Something Good (convergerende fase)

De naam van deze techniek geeft het al aan; zit er iets goeds bij de clusters? Het waarom is hier niet belangrijk, wanneer er een goed gevoel bij een oplossing is, zal er vaak ook iets goeds inzitten. Het kan dus subjectief en zonder passende argumentatie gebeuren.

Dr. Love

Dr. Love (convergerende fase)


Wat?
Elk groepslid kiest uit de reeks ideeën dat ene idee waar hij/zij spontaan genegenheid voor voelt. Je bent als deelnemer dus ‘verplicht’ aan te geven waar jij graag energie in wilt steken. Deze keuze vormt het startpunt van de ontwikkelingsfase waarin je mensen precies deze ideeën laat uitwerken en uitvoeren die zelf het leukst vinden.

Wanneer?
Kan in verschillende fasen van het proces, voornamelijk dichtbij de realisatie. DR. Love kun je uiteraard combineren met andere technieken.

Mindmap

Mindmap (convergerende fase)















Wat?
De grafische techniek mindmapping geeft op een snelle en overzichtelijke manier structuur aan uw denkproces. Mindmappen maken sluiten aan bij de werking van uw hersenen. Deze werken namelijk naast lineair ook associatief. Hierdoor is met mindmapping verborgen informatie naar boven te halen.

Stappen bij de mindmap:
1. Schrijf of nog beter teken de probleemstelling in het midden van een A4-tje.
2. Schrijf alle associaties op, gebruik hierbij verschillende kleuren.
3. Associeer vervolgens weer verder op deze sleutelwoorden.
4. Geeft mindmaps een boomstructuur door stevige takken
    en dunne twijgjes.
5. Vervang zoveel mogelijk woorden door tekeningen. 

Kijk of de mindmap verbeterd kan worden door een structuur aan te brengen.

Geleide fantasie

Geleide Fantasie (divergerende fase)













Wat?
Bij geleide fantasie laat je de incubatie niet langer vrij maar stuur je deze via een scenario. Het scenario zorgt voor de verwijdering van het probleem, voor elementen van inspiratie en voor momenten van terugkoppeling.

Geleide fantasie maakt gebruik van beelddenken. Beelddenken staat hier vor het denken in geestesbeelden die ontstaan uit de diepere lagen van ons denksysteem. Dit vermogen doet op talloze momenten van het dagelijks leven zijn werk, veelal onbewust. Zo dromen wij bijvoorbeeld in beelden. Bij geleide fantasie maken we echter bewust gebruik van beelddenken.
scenario’s schrijven die de incubatie leiden naar nieuwe inzichten. Met deze scenario’s kun je het onderbewuste een aantal ‘opdrachten’ geven en kijken welke oplossingen zich aandienen.
Beelddenken kun je op erschillende manieren inzetten. Je kunt, zoals Einstein, regelmatig fantasiespelletjes doen. Maar je kan het proces ook meer structureren en voor jezelf of anderen
Geleide fantasie kan je toepassen met onderwerpen als visieontwikkeling en productieontwikkeling.

Hoe werkt de techniek?
Je hebt vooraf, voor jezelf voor een ander of voor een groep een klein verbeeldingsscenario geschreven met een aantal opdrachten.
Dat scenario moet concreet genoeg zjn om te sturen in de gewenste richtingen maar vooral voldoende ruimte laten voor de verbeelding van de ontvanger(s).

Geleide fantasie werkt in een sfeer van totale rust en openheid. Je kunt het best tot rust komen door te ontspannen en te gaan zitten in een stille ruimte, rustig adem te halen, je ogen te sluiten. Als je met geleide fantasie een persoon of groep begeleid, neem hier dan de ruimte en de tijd voor.

Stappen bij de geleide fantasie:
Vooraf heb je een scenario geschreven;
Startformulering;
Eerste ideeën;
Ontspanning;
Start scenario;
Open je voor de innerlijke ideeën
Na de geleide fantasie: resocieer de beelden en symbolen;

COCD-Box

COCD-box (convergerende fase)




















Wat?
De COCD-box is een van de beste technieken die de laatste jaren is ontwikkeld voor het sturen van het begin van de convergentie in creatieve sessie en innovatieprocessen. Je kunt hem toepassen op allerlei soorten problemen en met allerlei soorten groepen. Door de COCD-box te gebruiken maak je tegelijk een selectie van de belofte volste ideeën, richt je de focus op vernieuwing en verhoog je de emotionele betrokkenheid van de groep bij de gemaakte selectie.

Hoe werkt de techniek?
Bij het selecteren van ideeen volgens de COCD-box methode hou je rekening met twee basiscriteria. Enerzijds de vernieuwingskracht: is het idee bekend (gewoon) of nieuw? Anderzijds de realiseerbaarheid: is het idee makkelijk te realiseren of moeilijk te realiseren? Bij realiseerbaarheid speelt zowel de kostprijs als de wettelijkheid, technische haalbaarheid, strategie etc. Kortom alles waardoor je zou kunnen aannemen dat een idee moeilijk te realiseren zijn.

Op basis van deze twee criteria, vernieuwingskracht en realiseerbaarheid, krijg je een assenstelsel met drie interessante kwadranten:
- Linksonder vind je de blauwe ideeën. Dit zijn de gewone en haalbare ideeën. Niks verkeerd mee en heel nuttig. Waarschijnlijk zouden deze ideeën in een gewone vergadering ook naar boven kunnen komen.
- Rechtsonder vind je de rode ideeën. Eigenlijk is een creatieve sessie bedoeld om rode ideeën te bedenken. De rode ideeën hebben dat prikkelende, dat vernieuwende. En toch geeft je buikgevoel aan dat deze ideeën zonder al te veel moeite te realiseren moeten zijn.
- Rechtsboven vind je een categorie ideeën die bijna na een creatieve sessie verloren gaan: de gele ideeën. Dit zijn de ideeën waarvan je weet dat ze niet realiseerbaar zijn maar je vindt ze toch sublieme ideeën. In een droomwereld zou je voor de gele ideeën gaan. Maar het leven is hard. En je moet het inzien: in de huidige vorm kunnen ze niet gerealiseerd worden. Maar dit wil niet zeggen dat de gele ideeën niet gerealiseerd kunnen worden. Misschien zijn ze gewoon te vroeg. Misschien is het budget er nu niet, maar later wel.

De superheld

Superheld (divergerende fase)
















Wat?
Heb je als kind ook in bewondering gestaan voor de vindingrijkheid van Batman, Zorro of Mickey mousse, die soms uitzichtloze situaties tot een goed einde konden brengen?
De superheldtechniek brengt de helden opnieuw tot keven in concrete probleemsituaties. De superheld is een voorbeeld van een fantastische analogie.

Hoe werkt de techniek?
Neem een held of heldin in gedachten waar je in goede of kwade zin ontzag of bewondering voor koestert. Sprookjes, stripverhalen of sciencefition kunnen een dankbare bron van inspiratie zijn. Neem in elk geval een held of heldin waarover je voldoende weet.
Kies liefst heen clichehelden. Deze held kan ook een levende of vroeger levende figuur zijn, maar dan moet je die wel omwille van de oefening tot mythische status verheffen.

Roep nu in gedachten de gekozen held of heldin tot leven. Hoe ziet de held of heldin eruit? Hoe beweegt hij zich voort? Hoe voelt hij zich? Wat kan zij allemaal? Eenmaal de heldin voor ogen, vraag je je af hoe zij zou reageren bij een confrontatie met het gestelde probleem. Hoe zou het probleem door haar worden aangepakt? Bij elke oplossing vertaal je de suggesties naar concrete oplossingen voor het probleem.

Stappen bij de superheld:
1. Startformulering;
2. Eerste ronde;
3. Neem een held of heldin in gedachten;
4. Maak de held of heldin levend. Welke eigenschappen kun je hem of haar toeschrijven?;
5. Hoe zou de held of heldin het probleem aanpakken?;
6. Vertaal de suggesties naar concrete oplossingen voor het probleem -> resocieer.

Directe analogie

Directe Analogie (divergerende fase)

















Wat?
Wanneer zeg je dat twee zaken analoog zijn? Twee elementen vertonen analogie als ze (altijd gezien vanuit onze hersenen) gelijkaardige kenmerken vertonen. Deze gemeenschappelijke eigenschappen noemt men de analogiebasis. Een kopje en een glas noemen we analoog omdat ze een grote analogiebasis hebben. Maar er zijn ook verschillen.

Kopje
Niet doorzichtig
Met oor
Meestal voor warme dranken
Meestal iets logger van vorm
Sterke associatie met koffie, melk, thee en warme dranken

Glas
Geen oor
Meestal voor koude dranken
Meestal iets ranker gevormd
Associatie met water en verfrissende dranken

Beide
Om te drinken
Hol van binnen
Open bovenaan
Mogen niet lek zijn
Meestal rond
Laten kringen achter op tafel
Worden met de hand gebruikt

Een kopje en een glas beschouwen we als meer analoog dan bijvoorbeeld een kopje en een verkeerslicht omdat we voor de eerste twee spontaan een grotere analogiebasis herkennen en dat we deze ook als relevant beschouwen.

Het herkennen van analogie is een basiskwaliteit van het menselijk denken. Het is een deel van het associatief denken waarmee we een fundamenteel stuk van onze algemene kennis uitbouwen. Telkens als we iets nieuws waarnemen, maken we verbindingen met onze bestaande kennis (patronen), anders zouden we het nieuwe wellicht zelfs niet kunnen herkennen.

Hoe werkt de techniek?
Met de directe analogie laat je je inspireren door een thema (analogon) dat ver van je probleem af staat. Je gebruikt dit analogon als startpunt voor het resocieren naar je startformulering.

A. je kiest een concrete en cruciale term uit de startformulering als ‘onderwerp’;
B. Daarna kies je een analogon dat als inspiratiebron zal dienen;
C. Je kunt dit analogon dan op twee manieren gebruiken: resocieren vertrekkend vanuit de analogiebasis of resocieren vertrekkend vanuit de kenmerken specifiek voor het analogon;
D. Resocieren;

Stappen bij de directe analogie:
1. Startformulering;
2. Eerste ronde;
3. Kies een analogon, kies of je met de verschillende werkt of met de gelijkenissen.
a4. Wat is specifiek voor dit analogon? Schrijf de eigenschappen op.
a5. Hanteer elke eigenschap als startpunt bij de zoektocht naar nieuwe ideeën -> resocieer.
b4. Wat zijn de gelijkenissen tussen het onderwerp en het analogon.
b5. Hanteer elke gelijkenis als startpunt bij de zoektocht naar nieuwe ideeën -> resocieer.

Convergeren

Na de divergerende fase komt de convergerende fase. De convergerende fase bestaat uit: selecteren, uitwerken, verfijnen, toetsen, verbeteren en uitvoeren.
Hiervoor heb je veel creatieve kracht nodig, nog meer als bij de divergerende fase.
Bovendien kan divergentie, zeker in groepen, aan aantal nadelen hebben. Door vrijheid van denken kan je de focus op je doel kwijtraken. Je komt los van de realiteit en kunt vergeten dat die ideeën ook gerealiseerd moeten worden. Sommige ideeen zien er prachtig uit, maar zijn nog heel vaag. Je kunt ideeen aanzien voor werkelijkheid omdat ze je zo helder voor ogen staan dat je de weg naar de realisatie overschat. De meeste mensen vinden de divergerende fase leuker omdat ‘zweven leuker is’. De convergerende fase: hoe kom je van een veelheid aan ideeën naar de beste oplossing? Hoe kan je snel en efficiënt knappe concepten vormgeven? Hoe versnel je de implementatie van innovatieve concepten? Etc.

Voorbeelden convergerende technieken:
COCD-box
DR. Love
Something good
Mindmap

Divergeren


De eerste ideeën die we bedenken, de eerste gedachten die ons te binnen schieten zullen de goeie gezond-verstand-ideeën zijn. Dit vloeit automatisch voort uit hoe de hersenen opgebouwd zijn en hoe het denken functioneert. Dit is maar goed ook. We denken efficiënt en to-the-point. Wanneer we een oplossing voor een probleem zoeken, dan stoppen we wanneer we een redelijke oplossing hebben gevonden.Dit betekent ook dat als we een nieuwe invalshoek willen verzinnen, we voorbij deze ‘logica’ zullen moeten denken. Dit kan reeds op een heel eenvoudige manier: door gewoon meer ideeën te verzinnen dan we spontaan zouden doen. Het komt er dus op aan, de spontane neiging te stoppen even uit te schakelen en nog wat verder te gaan met het bedenken van ideeën. Dit noemen we divergeren.

Voorbeelden divergerende technieken:

Vooronderstellingen
Directe analogie
Persoonlijke analogie
Superheld
Toevalstreffers
Vrije incubatie
Geleide fantasie





CPS-model

Creative Problem Solving bestaat uit technieken die je toelaten om snel en adequaat oplossingen te bedenken voor concrete situaties. In zes stappen wisselen divergerende en convergerende technieken elkaar voortdurend af. Deze werkwijze zorgt ervoor dat er logische denkbeelden ontstaan via een creatieve aanpak, tot het gewenste resultaat is bereikt.
Voor een creatieve sessie kan het CPS model erg handig zijn.
Per gebied zijn er een aantal stappen die allen hun eigen doel hebben:
Probleemoriëntatie (de voorbereiding van de sessie/plan van aanpak)
1.       Probleemoriëntatie: Wat willen we bereiken? Wat is de wens?
2.       Gegevens verzamelen: Het verzamelen van alle relevante informatie omtrent het probleem.
Hieronder valt:
Analyse van de probleemeigenaar;
Concurrentie;
Historie van het probleem;
Belanghebbende bij het probleem;
Recente berichtgeving van het probleem of van de probleemeigenaar;
3.        Probleemdefinitie: De probleemstelling zo optimaal definiëren.
 Ideeëngebied (de creatieve sessie zelf)
4.       Ideeën genereren: zoveel mogelijk ideeën op tafel krijgen.
Evaluatiegebied/selectiegebied (ontwikkeling, actieplan, evaluatie en verslaglegging)
5.       Ideeën ontwikkelen: De bedachte ideeën evalueren en verder ontwikkelen, vastleggen hoe de sessie is verlopen en wat de uitkomst ervan is.
6.        Actieplan: Vast leggen 'hoe nu verder?'.