Direct analogie (divergerende fase)
'Hoe kun je ervoor zorgen dat overgewicht afneemt?'
2. Concrete en cruciale term kiezen uit de startformulering als ‘onderwerp’
Overgewicht
3. Kies een analogon (gekozen voor )
Ik heb gekozen voor het analogon: varken.
4. Resocieren vertrekkend vanuit de analogiebasis
Bij de techniek analogie laat je je inspireren door een thema (analoog). Deze hoeven in eerste instantie niets met de probleemdefinitie te maken te hebben. Door vervolgens overeenkomsten te zoeken tussen beide onderwerpen, kom ik mogelijk op nieuwe ideeën.
5. Wat is specifiek voor dit analogon? Schrijf de eigenschappen op
Een varken is roze.
Een varken heeft een krulstaart.
Een varken knort.
Een varken heeft een platte neus met 2 gaten.
Een varken heeft punt oren.
Een varken rolt door de modder.
Een varken is een kuddedier.
Een varken wil graag rondlopen, wroeten en rollen.
Een varken wordt ook gegeten.
6.
1) Een varken heeft een krulstaart, als alle trappen wenteltrappen worden, moet er meer gelopen worden voordat je boven bent.
2) Mensen hebben meer motivatie om door te gaan als zij dit in groepsverband doen, met name qua sporten.
3) Modder is goed voor de huid, waardoor je lekkerder in je vel gaat zitten, sporten en gezonder eten is hierdoor makkelijker.
4) Als je salade, sperziebonen, broccoli etc. roze maakt, ziet het er aantrekkelijker uit om te eten.
5) Als je op handen en voeten loopt verbrand je meer je meer calorieën.
6) Een varkensneus gebruiken voor liposuctie, er zitten namelijk 2 gaten in deze neus, dit gaat dus 2x zo snel.
7) Een varken als huisdier nemen, die knort de hele dag door, zo hoor je je eigen maag niet meer knorren. Ook herinnert dit je eraan dat je niet zo dik wilt worden.
8) Mee doen aan Miss Piggy's Snackcercise
9) Het geknor van een varken als deurbel, zo word je er steeds aan herinnerd.